Aan de buitenstaander die mijn kind bestempeld als een mama's kindje

Lieve buitenstaander die mijn kind bestempeld als een mama’s kindje,
Ik zie je kijken en ik zie in jouw blik de beoordeling die je maakt. Terwijl we ons verplaatsen in een ruimte met vele mensen weigert mijn driejarige dochter zomaar tegen mensen “hallo” te zeggen. In plaats daarvan houdt ze haar armpjes stevig rond mijn nek. Want rondlopen dat wil ze nu niet. Ze wil liever bij mij zijn. Veilig, dichtbij haar mama.
Ik maak me er niet druk in. Ik doe geen moeite om haar te overtuigen iedereen te begroeten. Je kijkt en je denkt; wat een overbezorgde moeder. Je staat er niet bij stil dat ik mijn kind ken. Dat ik weet hoe ze in elkaar zit en dat ik besef dat ze eerst even tijd nodig heeft. Ik schat dat het zo een half uurtje duurt voordat ze begint rond te lopen en dat ze dan vrolijk begint te spelen.
Op het moment dat ik me wil neerzetten op een stoel hangt mijn dochter al aan mijn been. Strijdend om op mijn schoot te geraken. Want in plaats van rond te lopen in een ruimte dat ze niet kent verkiest ze mijn schoot. En jij kan alleen maar denken; ocharme die mama, geen seconden rust heeft ze. Terwijl ik haar opneem zie ik jouw veroordeelde blik dat ik niet streng genoeg ben. Dat ik mijn dochter betuttel door haar op te pakken en haar op mijn schoot te zetten. Want je hebt nog steeds niet door dat ik mijn dochter ken. Dat ik weet dat ze even de kat uit de boom moet kijken voor ze zal rondhuppelen en zal spelen. Dat ze eventjes een vertrouwde cocon nodig heeft.
Ik zie je ogen rollen als ik eerlijk over onze ervaringen op school vertel. Als ik zeg dat ze het schoolgegeven nog niet kent, dat ze huilt elke ochtend dat ik haar afzet aan de schoolpoort. Dat ik de hele ochtend met mijn gedachten bij haar zit. Doet ze het wel graag? Heeft ze al vrienden? Sterker nog als ik openlijk uitkom voor mijn zorgen dat de juf haar wel begrijpt moet je even lachen, onopvallend. Want waar maak ik me nu druk om? Elk kind gaat naar school, dat is de standaard. De kleuterjuf kan toch niet elk kind de aandacht geven, en al zeker niet bij een verlegen mama’s kindje als het mijne?!
Wanneer we vertellen over ons avondje uit tussen mij en mijn man vertel ik dat ik ervan genoten heb. Zo een avondje alleen weg zonder dochter. Maar als ik er dan aan toevoeg dat het toch vreemd is zo zonder kind, zie ik je grinniken. Want het is toch niet omdat je kinderen hebt je eens geen avondje alleen verdient?! En terwijl ik je gelijk geef maar er aan toevoeg dat het iets vreemd is om jouw kind te missen, luister je al niet meer. Want dit is de praat van een overdreven bezorgde moeder met een mama’s kindje.
We zijn een half uurtje verder en zoals ik had voorspeld loopt mijn dochter vrolijk rond te spelen. Geniet ik van mijn glas wijn en babbelen we over koetjes en kalfjes. Wat je al vreemd vindt, want ik die eens niet praat over mijn eigen kind is in jouw ogen al een wonder. Iedere keer dat ik mijn mond open om iets te vertellen zucht je. Want het zal weer maar eens gaan over mijn kind. Een verhaal van een gebeurtenis, een avontuur of een blunder. Het feit dat ik zoveel praat over haar heeft volgens jou te maken met het feit dat ik mijn leven laat regisseren door mijn kind. Dat alles draait rond haar. Je hebt niet eens de capaciteit om te beseffen dat ik over avonturen praat die ik heb meegemaakt. En ja, ik ben zo een mama die haar dochter zoveel mogelijk betrek in ons leven. Dus je hoort niet welke magische plekken we op vakantie hebben bezocht, je kan alleen maar denken; ze doet alles met haar kind.
Het eten is klaar en we gaan aan tafel. Er staat een aparte stoel klaar voor Annabel en terwijl ik haar zeg dat ze daar kan zitten verkiest ze toch mijn schoot. Papa komt tussen ons en biedt zijn schoot aan. Maar ik reageer meteen dat het oké is, ik ben het ondertussen wel gewoon en ik heb er geen enkel probleem mee. En jij lieve betweter geeft jezelf een ingebeeld applaus want je hebt weer maar eens het bewijs gevonden voor jouw veroordeling van daarstraks. Het mama’s kindje krijgt weer maar eens haar goesting. En dan heb je eindelijk de moed gevonden om het luidop uit te spreken; “stop nu eens met zo een mama’s kindje te zijn. Laat jouw mama rustig eten”.
Ik neem mijn dochter op de schoot en lach eens vriendelijk naar je. Het enige wat ik antwoord is; “Wacht totdat je zelf kinderen hebt”. Waardoor jij jouw schouders ophaalt en met een overtuigingskracht uitspreekt; “bij mij zal dit niet zo gaan. Meteen kortemette mee maken”. En nu is het mijn beurt om in mezelf te lachen, want ik herken mezelf. Of toch mijn vroegere ik die er vroeger ook zo over dacht.
Ik laat jouw blikken, jouw rollende ogen, jouw grinnik niet aan mijn hart komen. Want ik weet dat ik pas met jou kan praten als je ooit zelf een kind ter wereld brengt. En ik hoop dat je dan ooit terug denkt aan ons moment van de afgelopen middag. Ik excuseer me niet omdat ik de veilige haven ben voor mijn dochter. Ik excuseer me niet omdat mijn dochter tijd nodig heeft in een nieuwe situatie. Ik excuseer me niet dat mijn dochter bij elke stap in haar leven mij nodig heeft.
In jouw ogen ben ik een overbezorgde mama, in jouw ogen is mijn dochter een echt mama’s kindje. En dat is oké. Als mama kan ik niet trotser zijn. Want ik weet dat wij tweetjes (en uiteraard in samenwerking met onze fantastische papa) het geweldig goed doen.