De dochter die ik niet dragen mocht - Bijzondere mama met een bijzonder verhaal (4)
Toen ik de oproep zag naar 'bijzondere mama's' op smotherhoods voelde ik me aangesproken. Ik heb het gevoel zo een mama te zijn. Althans dat geloof ik graag. Ik heb twee dochters. Al heb ik ze nooit gedragen. Ik heb nog nooit het zwanger zijn meegemaakt, al wou ik dit wel graag. De natuur heeft me die optie ontnomen.
Mijn naam is Ine, dertig jaar én kleuterjuf. En die job doe ik met heel mijn hart; kinderen, creatief bezig zijn en elk kind elke dag wat verder op weg helpen. Ik trouw binnenkort met de liefde van mijn leven, Sofie. Samen hebben we twee dochters, Lou (3) en Flo (1).

Mijn uitgestelde droom
Als lesbisch koppel bots je op een bepaald moment op de vraag: wie gaat zwanger worden? We hadden beide de droom om een kind van onszelf te dragen. Doordat Sofie de oudste was van ons twee, besloten we dat zij ons eerste kindje zou dragen. Stiekem had ik het hier een beetje moeilijk mee. Mijn droom werd even uitgesteld.
April 2015. Onze eerste gesprekken in het ziekenhuis verliepen vlot. Een goede cyclus, goede psychologische achtergronden en we zaten er financieel goed bij. Hierdoor begon ons avontuur vrij snel. We kozen zelf een anonieme donor met bepaalde voorkeuren. Zo kozen we bijvoorbeeld voor een donor met een groene oogkleur. Ik had deze ook en hierdoor had ik het gevoel dat ons kindje toch ook iets van mij zou hebben. Dat gaf me toen een fijn gevoel. Ook tijdens het hele proces betrok de arts mij. Ik voelde me geen moment een buitenstaander. Onze eerste poging mislukte, maar de tweede bezorgde ons een positieve zwangerschapstest.
Sofie was zwanger. De twee roze streepjes op de test logen er niet om. Onze negen maanden aftellen kon beginnen. Ik kon niet wachten om mijn dochter te mogen ontmoeten, face to face.
Dertien uren duurde het voor onze dochter ter wereld kwam. Vanaf de allereerste ontmoeting was ik verkocht. Dit prachtige kind was mijn dochter, daar heb ik nooit een moment over getwijfeld. Ik had haar dan misschien niet mogen dragen, er bestond geen twijfel over de intense onvoorwaardelijke liefde die ik voelde voor onze meid.
Maar er waren ook momenten waarop dit niet zo vanzelfsprekend leek. Onbewust had ik soms de indruk dat ik aan het babysitten was op een kindje dat niet van mij was. Maar ik nam alle tijd om de gevoelens een plek te geven. Want ik zag dit meisje zo ontzettend graag. Ik wist dat dit wel goed zou komen.
Mijn beurt
Twee jaar later beslisten we om voor een tweede kindje te gaan. Om ons gezin uit te breiden. Dit keer was het mijn beurt. In het ziekenhuis hadden we nog drie streepjes liggen van de donor die we enkele jaren geleden hadden gekozen. Ook deze keer verliepen alle gesprekken vlot en leek het mij vanzelfsprekend dat het ook dit keer, niet lang zou duren voor we konden starten. Maar een gesprek met de gynaecoloog gooide roet in onze plannen...
Op mijn twaalfde ontdekte men dat ik epilepsie had. Rond de leeftijd van achttien experimenteerde de artsen met verschillende medicatie. Van vele medicijnen kreeg ik meer aanvallen of had ik last van bijwerkingen, tot ik uiteindelijk kwam bij 'Topomax'. Sinds toen was ik aanvalsvrij.
De gynaecoloog zou nog even mijn situatie bespreken en de effecten van de epilepsie op mijn toekomstige zwangerschap. Ze benadrukte dat een zwangerschap sowieso het ondertekenen was van een wit blad. De gevolgen, de effecten, de tegenslagen,... Ze stonden nooit op het contract dat je zou ondertekenen. Die zou je pas ontdekken als je effectief zwanger was. Daarom besloten Sofie en ik er dan ook om voor te gaan.
Tot op de dag dat ik wakker werd en zag dat ik niet thuis was. Ik lag in een ziekenhuisbed en aan mij hing een baxter. Depakine. Ik wist het. Niemand moest mij briefen of op de hoogte brengen. Ik had een aanval gehad én niet zomaar eentje. Het feit dat ik hier lag moest gelegen hebben aan een grote, zware epilepsie aanval. Het lot besliste voor mij: deze vrouw zou geen kindje dragen.
Mijn verlies
De artsen waren duidelijk: een zwangerschap, in mijn toestand, was een slecht idee. Ik verloor een stuk van mezelf. De risico's waren te groot. Voor zowel de baby als voor mezelf. Wouden we een tweede baby, dan zou Sofie deze moeten dragen. Ik begreep de situatie, maar dat nam de pijn niet weg. Mijn pijn, mijn verlies, mijn droom. Weg.
Sofie en ik hadden er lange gesprekken over. Wouden we wel - door dit alles - nog een tweede baby? Maar mijn beslissing stond vast: ik wou dit. Hoe sneller hoe beter. Achteraf bekeken denk ik dat mijn snelle beslissing een poging was om mijn verdriet te verzachten. Ik wou er snel vanaf zijn. De groeiende buik van Sofie, de ontwikkeling van ons tweede kindje, ... Het zou heftig worden. In de realiteit was het nog tien keren zwaarder.
Tijdens de inseminatie van onze tweede dochter had ik een heel ander gevoel. Ik had daar moeten liggen, niet Sofie. Twee weken later testte we positief. We waren blij. Of toch gedeeltelijk. Want ergens fluisterde er nog steeds in mijn hoofd een stil stemmetje: 'dit had jij moeten geweest zijn'.
Negen maanden lang zou ik geconfronteerd worden met mijn 'falen' als vrouw, als moeder. Elke dag opnieuw zag ik Sofie steeds verder evolueren in de zwangerschap, en iedere keer dacht ik dat ik diegene had moeten zijn die om zwangerschapsbroeken ging. Ik was bang en zat met zoveel vragen. Ik was bang voor de gevoelens die ik zou creëren tegenover onze nieuwe dochter. Zou ik het aankunnen?

Onbegrip
De omgeving was niet mals. Volgens hen moest ik me gelukkig prijzen. Ik kon dan misschien niet zwanger worden, maar gelukkig waren we twee vrouwen.
Ik moest me gelukkig prijzen omwille van Lou. We hadden al een kind.
Hierdoor voelde ik me alleen en onbegrepen. Zelfs bij Sofie, zelfs bij mijn beste vriendin. Ik kon mijn gevoelens niet begrijpen of onder woorden brengen, hoe kon ik dan verwachten van anderen dat ze mij begrepen?!
De eerste maanden van de zwangerschap keerde ik me vaak in mezelf. Ik kon de situatie niet begrijpen. Maar door mijn gevoelens was Sofie bang om dingen met mij te delen. Ze wou me niet kwetsen.Ik voelde me dan weer buitengesloten.
Ik was jaloers op haar groeiende buik, ik was jaloers op de ontwikkeling die zich binnenin haar afspeelden. Hierdoor creëerde ik geen band met ons ongeboren kind. Bij Lou was dit absoluut niet het geval, daar was ik vanaf seconden één, vanaf de roze streepjes op de test, verliefd tot over mijn oren. Nu had ik niets gevoelens.
Het uitspreken van deze gedachten, zorgde dan ook voor commentaren en onbegrip. Onbegrip waardoor ik me meer en meer afsloot. Sofie kreeg zwangerschapskwaaltjes en ik kon zelfs geen begrip opbrengen voor haar situatie. Want hoe kon zij zo zeuren om dingen die ik graag in haar plaats wou hebben?!
Die periode was zwaar. We hadden een periode van veel ruzies, tranen en conflicten. Als ik eraan terugdenk springen de tranen automatisch weer in mijn ogen.
Mijn grootste angst werd werkelijkheid
Flo werd geboren op 29 mei 2018. De bevalling was zwaar, naar mijn gevoel zelfs zwaarder dan die van Lou. Tijdens de bevalling was ik overdonderd en ik wist niet goed hoe me te gedragen, wat te denken en wat te voelen. Ik huilde van geluk én ik huilde van verdriet. In mijn ogen was het zwaarste voorbij. De zwangerschap was over. Flo was er. Ik zou me niet langer moeten ergeren aan de groeiende buik van Sofie. Ik hoefde niet langer jaloers te zijn. Het was voorbij. Althans, dat dacht ik. In realiteit begon het nog maar net; het opbouwen van een band met mijn nieuwe dochter.
Flo nam geen schitterende start, ze sukkelde met voedingen, had een navelbreukje, huilde heel veel, ... Dit maakte het voor mij moeilijker. Bij Lou leek het alsof ik het tien keren beter deed. Bij haar leek het alsof onze band, onze liefde vanzelfsprekend was. Bij Flo was dit niet het geval en dat maakte mij alleen maar onzekerder. Ik voelde me slecht en schuldig. Want ik realiseerde me goed genoeg dat Flo niet de schuldige was in mijn verhaal. Het was niet haar schuld geweest dat ik nooit zwanger zou kunnen worden.
Ze verdiende een rustige mama. Eentje met geduld. En zelfs dat kon ik niet waarmaken. Ik belande in een vicieuze cirkel. Ik kon haar niet in slaap krijgen, ik kon haar geen eten geven,... Ik wilde zo graag een band opbouwen met Flo, maar het leek me maar niet te lukken. Ik had altijd een angst gehad dat ik niet hetzelfde voor Flo zou voelen, dan dat ik had gevoeld bij Lou. Die angst werd nu werkelijkheid.
Tijd
Sofie en mijn beste vriendin bleven me zeggen dat ik het tijd moest geven. Ondertussen is Flo tien maanden. Vorige week voelde ik voor de eerste keer intense liefde voor haar. Daarvoor zag ik haar ook graag, uiteraard. En ik zie Flo vanaf dag één als mijn eigen dochter. Maar ik mistte iets. Iets wat ik bij Lou meteen had gehad. Blijkbaar had ik daar, inderdaad, tijd voor nodig. Tijd die ik zeker wil nemen.
Het gemis van nooit een kind te kunnen dragen zal er altijd zijn. En met dat verdriet voel ik me alleen. Soms zelfs onbegrepen. Ik zal altijd het gevoel hebben nooit een complete vrouw te zijn. Maar dat wil niet zeggen dat ik mijn dochters niet graag zie. Integendeel. Ik hou oprecht van Lou, Flo en Sofie. Ik zou me nooit een leven zonder hen kunnen inbeelden.
Daarom wil ik ook afsluiten met mijn allerliefste Sofie te bedanken, alsook mijn beste vriendin. Voor het geduld en de pogingen om mij te steunen in mijn verdriet. Ook al konden ze onmogelijk voelen wat ik voelde én nog steeds voel. Ze waren er voor mij. Daarom bedankt.

Ondertussen vind Ine haar weg naar Flo en andersom. De liefde wordt intenser en Ine laat zichzelf toe om meer en meer mama te zijn. Ine is zonder twijfel een bijzondere mama, die in alle openheid en eerlijkheid haar verhaal met ons heeft gedeeld. Dank je daarvoor. Wil jij ook een bijzonder verhaal met ons delen? Neem dan zeker contact met ons op via deze link.