Driftbuien; zo pakken andere ouders het aan.

Vanaf vandaag kan je lezen hoe ik en mijn echtgenoot omgingen met een driftbui. Of dat de juiste manier is? Zeker niet. Elk huisje heeft zijn eigen kruisje, zijn eigen opvoedingsstijl, zijn manier van werken. Via Instagram deed ik een rondvraag; hoe reageren jullie op de befaamde driftbuien? Lees alvast verder voor de resultaten.
Wat is een driftbui?
Eerst en vooral een kleine opfrissing; wat is het en wanneer spreken we van een driftbui? Want dat peuters en kleuters regelmatig boos zijn betekent niet automatisch dat we te maken hebben met een driftbui.
Rond de leeftijd van één zien we dat kinderen een sterke eigen wil creëren. Zijn zin niet krijgen gaat vaak gepaard met hevige tranen. Deze frustratie kan overgaan naar een driftbui. Bij een driftbui spreken we van een heftige woede – uitbarsting. Deze kan kort duren, maar helaas ook soms heel lang. De driftbuien komen voornamelijk voor tussen de leeftijd van 1,5 tot 4. Daarom dat deze periode ook vaak de peuterpubertijd wordt genoemd.
Geen gewone boosheid
Een driftbui is meer dan alleen ‘ik ben boos’, of ‘ik krijg mijn zin niet’. In plaats van gewoon wat te staan mokken exploderen de gevoelens tot een soort van uitbarsting. Stampvoeten, slaan, bijten, krabben, dingen stuk maken, … Het zijn allemaal uitingen die plaatsvinden tijdens een driftbui.
Belangrijk om te onthouden is dat deze driftbui voor het kind oncontroleerbaar is. Hij heeft hier geen controle over. Bovendien zijn driftbuien heel normaal. Ze horen bij de emotionele ontwikkeling van het kind.
De hersens van een peuter/kleuter zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld om dit soort gevoelens of emoties te verwerken. Bovendien is zijn spraakvermogen of woordenschat nog te beperkt waardoor het soms moeilijk is om in dialoog te gaan met je kind.
Hoe ik met een driftbui omga lees je hier. Ik ga zeker niet beweren dat dit de juiste manier is, want zoals ik al eerder zei; elk kind is anders. Wat werkt er voor jou kan iets helemaal anders zijn dan voor een ander gezin. Hieronder verzamelde ik alvast enkele getuigenissen van andere mama’s.
Driftbuien; zo reageren andere mama’s.
“We reageren helemaal anders op een driftbui bij onze jongste, dan dat we deden bij de oudste.”
Nathalie is mama van twee prachtige dochters; Ella en Lore. De oudste is vier, de jongste twee. Je zou dus kunnen stellen dat Nathalie ondertussen wel weet hoe te reageren op een driftbui, want ze maakte het al een keertje eerder mee. Toch klopt dit niet helemaal. Haar oudste dochter had niet vaak te maken met driftbuien, of toch niet zo een stevige versies als de jongste. Doordat hun verwachtingen gebaseerd waren op hun eerdere ervaringen, overvallen de driftbuien van hun jongste dochter hen nog steeds.
Volgens Nathalie vinden de meeste driftbuien plaats na een drukke prikkelvolle dag, vooral als de vermoeidheid toeslaat. Of wanneer de kinderen honger hebben, dat kan ook. Dankzij de tweejarige leeftijd van de jongste dochter, is er bij haar meer spraken van driftbuien. Deze uiten zich vooral in heel boze huilbuien waarbij ze op de grond gaat liggen. Soms slaagt ze in het rond met haar armen. Nabijheid en vooral haar “even laten doen”, zijn reacties die vaak helpen.
“Gelukkig heeft mijn dochter nog geen publieke driftbuien gehad, thank you Covid”.
Driftbuien zorgen vaak voor gevoelens van onmacht en falen, voor mama Nathalie. Wanneer haar dochter geen blijf met zichzelf weet voelt Nathalie zich hulpeloos. Bovendien kan ze tijdens een hevige driftbui haar dochter niet bereiken, want die laat op deze momenten niets toe.
“Men zegt wel vaak dat rustig blijven de oplossing is maar dat is niet zo gemakkelijk. “
“Mijn oplossing; negeren”.
Sofie is mama van een zesjarige dochter. Ondanks dat de driftbuien – gelukkig – afnemen, herinnert ze zich nog goed de periodes van hevige driftbuien, vooral tussen het tweede en derde levensjaar van haar kind. Het vele huilen, de boosheid, het stampvoeten op de grond, … Sofie had vaak het gevoel alsof haar dochter niet naar haar wilden luisteren. Alhoewel Sofie steeds verantwoordden waarom bepaalde dingen niet mochten, was er geen mogelijkheid tot interactie.
“Zo een driftbui maakte mij gewoon boos. Vanbinnen kookte ik, maar dat probeerde ik zo goed mogelijk te verstoppen voor mijn dochter”.
Hoe moeilijk het ook was, voor Sofie was de beste oplossing; negeren. Vanaf de start van een driftbui leek het alsof ze geen contact kon maken met haar dochter. Ze wilden niet aangeraakt worden of ze negeerde elke poging tot interactie. Daarom negeerde Sofie in het begin de driftbuien. Van zodra het volume minderde, of haar dochter dichterbij kwam probeerde Sofie opnieuw contact te zoeken. Lukte dit niet, dan negeerde Sofie dit gedrag. Tot ze eindelijk sloeg in de toenadering.
Kant – en – klare oplossingen voor een driftbui bestaan niet, volgens Sofie. Maar voor hen hielp deze tactiek het best, al was dit niet altijd het geval. Soms was het gewoonweg zweten en met de handen in het haar zitten, hopen dat het snel weer beter zou zijn.
“Ik denk niet dat er één oplossing bestaat tegen driftbuien.”
“Als je niet braaf bent stuur ik je naar het huis voor de stoute kindjes”.
Jolien is mama van twee kindjes. Mathis is zeven en kleine zus, Maithé bijna twintig maanden. Vooral de driftbuien van de oudste zoon staan nog vers in het geheugen van deze mama. Deze hebben toch wel wat sporen achtergelaten.
De periode tussen 2,5 en 5 jaar waren voor Jolien het moeilijkst. In het begin probeerde ze zo begripvol te reageren, zoals het hoort. Maar vooral rond de leeftijd van vijf was er geen houden meer aan. Hem aanspreken maakte hem alleen maar bozer. Daarom besloot ze hem maar apart in de kamer te zetten.
“Soms dreigde ik er mee hem naar een huis te sturen voor stoute kindjes. Toen had dat soms effect. Nu uiteraard niet meer.”
Het klinkt misschien gek, die keuze van woorden. Maar driftbuien gingen bij Mathis gepaard met erg agressief gedrag. Zowel fysiek als verbaal. Ooit zei hij zelfs; als ik door ben heb je geen kindje meer! Zo een woorden komen binnen. Ondanks dat ze ontzettend veel pijn deden, wist Jolien dat hij deze woorden niet meenden.
“Ook toen hij een jonger zusje kreeg was hij jaloers. Hij riep of krijste dan alles bij elkaar, wetende dat zijn kleine zus sliep.”
Ruzies met vrienden, een moeilijke dag op school, dingen die niet lukken zoals hij het zou willen, … Het zijn allemaal aanleidingen die voor een driftbui zorgen. Maar mama Jolien en haar partner zijn steeds blijven zoeken naar oplossingen. Zo spraken ze de school aan, bezochten ze een kiné voor grove motoriek en logopedie. De vruchten werpen af, want Mathis is duidelijk kalmer dan voorheen.
Dankzij deze ervaringen moet Jolien toegeven dat ze nu strenger is tegenover haar jongste dochter, omdat ze het gevoel heeft dat ze dat te weinig gedaan heeft met Mathis.
Zoals je kan zien, driftbuien vinden in elk gezin plaats. En aangenaam zijn ze voor niemand. Maar wanneer kan je afleiden dat er effectief meer aan de hand is? Hou zeker de blog in het oog, want daar vertellen we je snel meer over!