Grootouders, de helden van tegenwoordig.

Vrijdag 31 mei, rond een uur of half 1 ’s middags gaat de werktelefoon af. Zoals altijd enthousiast op en verwacht ik een collega aan de andere kant van de lijn. Al snel herken ik de stem van mijn schoonmoeder, bang en in paniek. Vake, mijn schoonvader, had een ongeluk gehad op het werk. Hoe of wat, was onduidelijk, ik kon er kop of staart aan krijgen.
Een uur later ren ik van de parking naar de spoedafdeling. Van een duidelijk voorgevoel geen spraken. Overdreef mijn schoonmoeder? Panikeerde mijn echtgenoot niet te snel? Zouden ze ons zo dadelijk niet gewoon melden dat hij één of ander been had gebroken, om dan af te sluiten met: ‘hij heeft geluk gehad, het had anders kunnen lopen’.
Maar voor ons was die typerende mededeling niet weg gelegd. Bij aankomst vroegen ze ons plaats te nemen in een apart lokaaltje en te wachten op de sociale dienst. Gedachten van overlijden passeren ons alle drie. De ene spreekt het uit, de andere waait het weg. Tot de spoedarts het lokaal binnenstapt. Voor ons geen ‘hij heeft geluk gehad, het had anders kunnen lopen’. In plaats daarvan kregen we te horen dat ze vake in een kunstmatige coma hebben moeten doen. Een val, meer uitleg komt er niet. Geen van zijn collega’s heeft het zien gebeuren. We weten enkel dat hij met zijn hoofd de val gebroken heeft. Maar door het woord ‘coma’ zijn wij alle drie al in paniek.
Voor hij naar intensieve wordt gebracht mogen we er nog even bij. Daar ligt hij: hulpeloos en leeg. Het enige teken van leven zijn de – verschrikkelijke – piepende tonen uit de monitor. Aan hem zie je niets, geen enkel schram, geen enkele blauwe plek. Alleen bloed uit zijn rechteroor. Tot plots zijn middenrif hevig begint te bewegen. Hij ligt nog niet diep genoeg in coma, dus geven ze medicatie bij.
Vijf dagen van onzekerheid sluipen langzaam voorbij. De emotionele rollercoaster is vertrokken. Ons leven bestaat voornamelijk uit drie maal een bezoekje van een half uurtje op de intensieve dienst. Wachtend tot hij wakker wordt en we ontdekken welke schade de val veroorzaakt heeft.
En daarnaast heb ik nog een dochter rondlopen die meermaals vraagt: ‘vake thuis’?
Want dat is het hem net. Tijdens heel deze periode moest ik omgaan met het verdriet van vele. Mijn schoonmoeder had steun nodig, positieve woorden en hoop. Mijn echtgenoot had een vangnet nodig, een veilige plek waar hij zijn verdriet mocht uiten. Mijn eigen verdriet en angst, om mijn schoonvader te verliezen. En dan ook nog het verdriet van mijn dochter.
Neen Annabel heeft weinig ervaren van het hele gedoe. Maar ik voelde, op één of andere manier, het verdriet van haar kant. Want Annabel kon haar vake niet verliezen. Hem moeten afgeven was geen optie. Hij is één van de meest fantastische figuren in haar leventje. Zij zijn oogappel en hij haar held. Mijn hart zou het niet aankunnen hem af te geven. Het mocht hiervoor nog geen tijd zijn. Ik was er niet op voorbereid om mijn dochter later te moeten vertellen wie of hoe haar vake was, dat recht om al die dingen te ontdekken had ze. En dat mocht niemand van haar afnemen.
Vake was/is sterk. Ondertussen is hij uit coma en is men gestart met de revalidatie. Tijdens heel deze periode was ik zo ontzettend bang. Want ik geloofde vanaf seconde één dat hij zou ontwaken. Maar ik was wel bang voor de manier waarop. Want wat als hij zijn kleindochter niet zou herkennen? Wat als hij op één of andere manier 'vergeten' zou zijn hoe graag hij haar zag? Wat als mijn dochter hem niet meer zou herkennen, haar vake?! Vele vragen, vele twijfels, veel angsten. En alhoewel vake niet meteen iedereen herkende toen hij wakker werd, waren mijn twijfels onnodig. Want vanaf de dag dat Annabel mee mocht naar het ziekenhuis, herkende ze elkaar meteen. En de liefde was nog even groot als daarvoor.

Dank u vake, bompa, moeke, grootmoeke en grootvake.
Soms beseffen we dingen te laat of te weinig. Heel deze situatie heeft me nog maar eens duidelijk gemaakt hoe fragiel het leven kan zijn. Het ene moment organiseer ik een vrijgezellenweekend en het andere moment kan ik alleen maar bidden tot God. Besef ik me nog maar eens goed hoe belangrijk bepaalde mensen in ons leven zijn, waaronder grootouders. Want eerlijk gezegd, ik zeg het ze te weinig. Hoe een geweldig we het getroffen hebben met die van ons. Want vanaf dat ze wisten dat ik zwanger was stond hun kleinkind centraal in hun leven. Elk op hun eigen manier van. Annabels grootouders zijn engelen, die ik het liefst van al nog - een lange tijd - bij mij houd.
Daarom bedankt liefste vake, bompa, moeke, grootmoeke en grootvake. Bedankt aan alle grootouders in de wereld die het leven van ons, (nieuwe) ouders een pak aangenamer maken. Bedankt voor jullie geduld en liefde.
Voor de bompa's die alle huisjes in elkaar willen zetten. Of de meubels op de kamer. Voor de grootvaders die niets liever lijken te doen dan het lopen achter een bal en er van overtuigd zijn dat hun kleinkind de nieuwe Hazard zal worden, merci.
Voor de vake's die de charmes hebben om elke keer weer, hun kleinkind te doen lachen, zonder al te veel woorden te gebruiken. Die uit zichzelf beginnen lachen omdat ze zo trots zijn als hun kleinkind iets miniem doet en in hun ogen zo groot lijkt te zijn. Aan die vake's die voor het minste trots zijn op hun kleinkind, merci.
Aan de moeke's die standaard te veel koken en de "toevallige" overschot invriezen voor hun kleinkind, want wortelen eten ze toch zo graag?! Aan de moeke's die de voorraad melkpoeder in het oog houden en altijd een reserve doos hebben staan in hun kast, aan die moeke's, merci.
Aan de grootmoeders die alles, maar dan ook alles zouden toelaten, zolang hun kleinkind maar gelukkig is. Spelen met de lintmeter? Tekenen met balpen op een veel te klein papier? Chocolade geven als we uit de deur zijn maar de sporen niet krijgen weg gewassen, aan die grootmoeders, merci.
Aan de bompa's die speciaal groenten beginnen kweken, omdat ze alleen maar het beste willen voor hun kleinkind. Dat de diepvries overvol geraakt, daar wordt geen rekening mee gehouden. Dat we voor de rest van 2019 rode biet hebben liggen is een detail. Aan die bompa's, merci.
Aan de oma's waar ons kind terecht kan terwijl wij moeten gaan werken en die nooit zeuren als we nog snel wat tijd afpitsen door nog snel even langs de winkel te passeren. Aan die oma's die ons kind omkopen met koekjes, of hun slaap laten omdat ze zeker willen zijn dat hun kleinkind goed slaapt. Aan die oma's die aan de trap zitten wachten uit angst dat ze het niet zouden horen als hun kleinkind wakker wordt. Ook aan die zotte gevallen, merci.
Aan alle grootouders die elke maand een centje opzij zetten voor de toekomst van hun kleinkind,
diegene met de fantasierijke verhalen,
die oma's en opa's die om het half uur bellen als het kleinkind ziek is om te checken hoe de stand van zaken is,
aan die dat onze strijk doen zodat wij ons kunnen focussen op ons gezin,
aan die grootouders dat onze kinderen de waarden en normen meegeven zodat we samen een persoontje beïnvloeden waarop we alleen maar trots kunnen zijn.
Aan alle moeke's en vake's die haar wel even in de douche zetten zodat wij kunnen verder koken,
aan al de oma's die tijdens het shoppen met veel te veel outfits thuis komen voor hun kleinkind,
die opa's die graag genoeg Facetimen met hun kleinkind ook al komt er niet veel tegenreactie.

Ik zou nooit mijn (schoon)ouders mijn dankbaarheid kunnen uiten in cijfers, voor al wat ze doen voor ons en onze dochter. Ik weet dat ik veel te weinig zeg hoe fantastisch ze zijn, hoeveel ze voor ons beteken. En dat geeft me soms een gevoel van schuld en spijt, zeker bij gebeurtenissen als deze.
Ik ben jullie dankbaar, ik apprecieer jullie, ik heb jullie nodig, ik hou van jullie. Want jullie zijn één van de redenen dat mijn dochter zo gelukkig is. Merci.