Laten we het na COVID - 19 gewoon beter doen.

In de meeste huishoudens in België wordt er massaal afgeteld naar het einde van de lockdown. Terug mogen buiten komen zonder risico op een proces verbaal, terug op bezoek mogen bij oma en opa, terug genieten van een cocktail op een zonnig terras. Terug naar het gewone, normale leven.
En alhoewel ik ook bij de populatie hoor die aftelt naar het einde van de schade die COVID – 19 met zich meebracht, toch wil ik niet dat alles weer hervalt in het oude, normale. Als er één ding is dat ik heb geleerd dankzij de verschrikkelijke pandemie, is het wel dat ‘het normale’ niet goed genoeg is. Dat ik beter wil doen.
Ik heb mezelf doorheen de afgelopen weken als moeder beter leren kennen dan dat ik ooit zou doen. Blinde plekken ontdekt, die ik dacht niet te hebben. Want als ik even moe was of het even gehad had, liet ik mijn dochter op logement gaan bij de oma. Niet dat ik mijn dochter niet graag zie, maar ik genoot wel van mijn kidsfree – avond op dinsdag. Lekker lang TV kijken en nog langer uitslapen de dag erna. De dag nadien dacht ik weer mijn batterijen opgeladen te hebben en kon ik er weer tegen. Nu ik uit bescherming voor mijn grootouders, de sleepovers geschrapt heb, moet ik eerlijk toegeven dat ik het best wel aankan.
De kans is groot dat ik na de pandemie meteen naar mijn oma rijdt om haar te knuffelen en omdat ik weet dat ze mijn dochter ontzettend hard mist en de kans is nog groter dat ik alleen naar huis terugkeer omdat ze me smeekt dat ik haar daar laat. Maar toch zijn er een aantal dingen die me gaan bijblijven en waarnaar ik zal leven.
Ik zal niet langer streven naar de titel van werkneemster van de maand waarbij ik mijn rol als ‘mama’ even on hold zet. Want ik kan nu eenmaal niet van mezelf verwachten dat ik werk alsof ik geen kinderen heb, want die heb ik wél. Ik voel me schuldig als ik na vijf nog niet uitgetikt ben om naar huis terug te keren. Want daar wacht er een klein blond meisje op me. Ik hoef me niet langer zenuwachtig of boos te maken op haar als ze ’s morgens verdriet heeft en treuzelt om naar school te gaan. Ik verlies dan wel wat overuren indien ik te laat kom, maar op dat moment heeft zij mij nodig. En andersom hoef ik me ook niet langer schuldig te voelen dat ik niet de meest betrokken mama ben bij het schoolgebeuren. De juf zal niet bij elke uitstap op me kunnen rekenen omdat ik voltijds werk en ook dat maakt mij geen slechtere moeder.
‘Onze Westerse cultuur doet ons geloven dat een goeie moeder de juiste balans heeft tussen werk en gezin, waarbij we op beide domeinen moeten uitblinken, maar is dat wél zo? Is genoeg niet gewoon genoeg?’
COVID – 19 toonde ons opties die we hiervoor niet dachten te hebben. Thuiswerken was voor vele een ver van hun bed show, want wie kan er nu werken in combo met kinderen? Wie had gedacht dat haar werk haalbaar was van thuis uit? Wie had verwacht dat ze gewoon kon gaan werken terwijl de kinderen thuis blijven, nemen we daar anders geen verlof voor op? En ik kan me alleen maar realiseren dat deze opties niet enkel haalbaar lijken te zijn tijdens een pandemie, maar gewoon mogelijk zijn in de loop van de rest van mijn leven?
Of we nu zorgen voor onze kinderen, zorgen voor onze grootouders door van hen weg te blijven of boodschappen te doen, zorgen voor de hulpvragers op het werk, we zorgen. De afgelopen weken hebben we – draai het of keer het, in welke situatie dan ook – gezorgd voor elkaar.
Niemand zal ooit nog zeggen “zij is maar een doodgewone huismoeder” of zij is maar de poetsvrouw uit het ziekenhuis. Een voor één hebben we bewezen dat, in welke rol we ook spelen in tijden van COVID – 19, helden zijn.
We hebben de afgelopen weken gezorgd voor elkaar door van elkaar weg te blijven, elkaar op te bellen of door een videochat te hebben. We stuurde massaal kaartjes op naar familieleden en sommige zelfs naar vreemden. We hebben elkaar geholpen bij het vinden van opvang voor de kinderen, het maken en delen van mondmaskers, het aanschuiven zonder gemor in de rij aan het grootwarenhuis. En dat zorgen voor elkaar toont alleen maar aan hoe fantastisch we het allemaal doen.
Laten we na deze nachtmerrie niet meer minimaliserend kijken naar een bepaalde job, want we missen allemaal onze kapster, onze favoriete verkoopster in de kledingwinkel, of de vriendelijke vrouw van de apotheek die nu iedere keer angstig kijkt als er iemand binnenkomt.
Laten we na deze nachtmerrie niet meer beoordelend spreken over mensen die er een andere levensstijl op nahouden als wijzelf, want ook zij doen nu hun stinkende best om thuis te blijven en iedereen te beschermen.
Laten we na deze nachtmerrie niet langer spotten met moeders die dag in dag uit thuis blijven voor hun kinderen, ook al kozen ze er zelf voor. Want we ondervinden nu allemaal hoe moeilijk het effectief kan zijn.
Laten we na deze nachtmerrie niet langer met onze ogen rollen als iemand bekent dat hij of zij zich eenzaam voelt, want we hebben nu zelf gevoeld hoe eenzaamheid kan zijn.
Laten we na deze nachtmerrie hulp van anderen niet als iets vanzelfsprekend zien, nu we gemerkt hebben hoe hard we hun hulp missen. De poetsvrouw, de onthaalmoeder of de grootouders die met veel plezier op hun kleinkinderen passen.
Laten we het misschien niet meer doen hoe we het gewoon zijn, als deze nachtmerrie voorbij is? Het drammen in de winkelrijen, het elkaar voorbij lopen zonder een glimlach op straat, het tekort aan moeite doen voor elkaar en het gemis negeren.
Wanneer de overheid beslist de lockdown uit te schakelen en we allemaal weer ons gewone leven herpakken,
Laten we dan blijven herinneren wat we vandaag, iedere dag opnieuw hebben beleeft,
Laten we elkaar blijven helpen en ondersteunen waar kan?
Laten we respect hebben voor ieder individu en laten we liefhebben datgene wat we hebben.
Laten we het gewoon beter doen?