Nu de zomer voorbij is, realiseer ik me dat we er nog maar 16 hebben samen.

De zomervakantie is voorbij en ik heb al heimwee. Want dat betekent dat ik er weer een zomer heb opzitten met mijn kleine meid. Daarom vind ik het zo belangrijk om te genieten van die warme maanden, samen. Misschien vind ik het daarom zo belangrijk om die dagen verlof zo vol te plannen met uitstapjes, avonden met familie en vrienden, en veel tijd in het zwembad.
Samen op de fiets, een ijsje eten, een terrasje doen. Genieten van een picknick of gewoonweg in alle rust een boek lezen met haar op mijn schoot. Niets moet, niksen mag. Geen rekening moeten houden met deadlines, tijdsstippen, … Leven op ons eigen tempo. Geen haast.
En nu dat het september is besef ik het des te meer: de zomer zit er weer op. . Ik weet niet hoeveel zomers we zullen samen hebben. Achttien? Misschien meer of minder? Maar deze is weer bijna voorbij. En dat zorgt ervoor dat mijn hart een steekje van verdriet voelt.
Annabel is twee geworden. Dat geeft ons nog zo een zestien zomers? Zestien vakanties, zestien keer zwemmen in de zee, zestien periodes van zon, zee en strand. Zestien zomers waarin ze extra kan genieten van zorgeloze weken plezier en jeugdigheid.
Zestien zomers lang waarin we de kans krijgen als gezin herinneringen te creëren die ze – hopelijk – de rest van haar leven meedraagt.

Zestien zomers om samen de wereld te ontdekken. Letterlijk en figuurlijk. Zestien zomers waarin we kunnen reizen, dichtbij huis en verder. Dat we haar dingen kunnen tonen, hoe prachtig de wereld rondom haar is en om haar te benadrukken hoe prachtig zij onze wereld maakt.
Nog een aantal reizen, luchthavens, campings en paradijzen. Nog een paar keer genieten van haar nieuwsgierigheid bij elke nieuwe plek die we haar tonen.
Zestien zomers om haar te zien opgroeien, aangezien haar verjaardag er letterlijk middenin valt. Om haar ieder jaar meer zelfstandiger te zien worden. Vorig jaar droeg ik haar in mijn armen als we in het zwembad zaten, nu laat ze zichzelf drijven. Volgende zomer heeft ze me misschien niet meer nodig?! Iedere zomer zal ze meer op haar eigen benen staan, zal ze afstand van me nemen en me minder nodig hebben.
Nog zestien zomers voor de naar de universiteit zal gaan of de hogeschool. Of misschien neemt ze afscheid van de zomervakantie en gaat ze werken? Dat ze van ons afscheid neemt en ergens alleen gaat wonen, of samen met haar partner. Misschien verhuis ik haar binnen zestien zomers? Misschien trekt ze op verre reizen, alleen. En dan krijg ik mijn tijd met haar niet meer, dan krijg ik een postkaartje.
Ik wil nog niet missen wat ik nu nog niet missen moet. Maar ik realiseer me wel dat ik moet genieten van de volgende zestien zomers. Dat ik moet genieten van het hier en nu, hoe cliché dat ook mag klinken. Want er is geen optie om op de pauzeknop te duwen. Helaas bestaat die in het echte leven niet.
Dus daarom stel ik het slaapmoment wat langer uit. Laat ik haar wat langer bij ons spelen. Maakt het me niet uit dat haar nieuwe kleren vuil zien van het gras en het zand, en beloof ik plechtig dat ik mijn best zal doen me niet te ergeren aan de sporen binnen van haar bezoek aan de zandbak. Want binnen een zomer of vijf heeft ze hier misschien geen interesse meer in?
Daarom ga ik meer genieten van het hier en nu, en van die zestien zomers die we nog samen mogen spenderen.
